Feiten en fabels over suiker en zetmeel




Paardeneigenaren zijn meer dan ooit bezig met de hoeveelheid suiker en zetmeel in het voer van hun paard. ¬Dat is niet onterecht, verschillende aandoeningen worden veroorzaakt door of verergeren wanneer het rantsoen rijk is aan suiker en zetmeel, daarnaast wordt overgewicht ook vaak deels veroorzaakt door deze gehaltes. Regelmatig zeggen paardenhouders dat zij dat hun paard geen suiker en zetmeel mag hebben, maar zij vergeten dat paarden suiker en zetmeel wél nodig hebben in hun rantsoen. De vraag is nu hoe er op een verantwoorde manier suiker en zetmeel gevoerd kan worden, zonder dat het nadelige effecten op de gezondheid van het paard heeft.

Wat zijn suikers en zetmeel?
Suikers en zetmeel zijn koolhydraten, koolhydraten zijn de grootste bron van energie voor een paard. In het rantsoen van een paard zitten twee soorten koolhydraten: structurele koolhydraten en niet-structurele koolhydraten.
De structurele koolhydraten zitten in het vezelachtige deel van planten, hooi bestaat hier voor het grootste deel uit. Deze structurele koolhydraten worden in de dikke darm verteerd tot een bruikbare vorm van energie, in de vorm van vluchtige vetzuren. Dit is een langzaam vrijkomende energiebron.
De niet-structurele koolhydraten zitten vooral in granen, het komt in minimale hoeveelheden voor in planten en hooi. In de dunne darm worden deze niet-structurele koolhydraten verteerd tot snelle energie die een paard direct kan gebruiken. Lees meer over energiebronnen.

Waarom zijn koolhydraten belangrijk?

Paarden hebben energie nodig om te kunnen overleven, dit is vooral nodig voor de werking van het lichaam. Een paard wat weinig bereden wordt, kan vaak genoeg energie halen uit het ruwvoer. Sportpaarden daarentegen hebben een grotere hoeveelheid energie nodig om hun werk te kunnen uitvoeren, uit ruwvoer alleen halen ze niet voldoende energie, deze paarden moeten dus extra koolhydraten uit krachtvoer of granen halen. Des te intensiever een paard getraind wordt, hoe hoger de energiebehoefte wordt. Lees meer over het bepalen van de trainingsintensiteit.

Koolhydraten in het rantsoen

De basis van het rantsoen moet altijd ruwvoer zijn. Het is goed om dit te laten analyseren, dan weet je ook zeker hoe veel suiker en zetmeel je al voert door je ruwvoer. Aanvullend hierop kan krachtvoer gevoerd worden. Wanneer blijkt dat je paard uit normaal krachtvoer niet  voldoende energie kan halen, is het beter om een soort krachtvoer met een hoger energieniveau te voeren en niet eerst de hoeveelheid krachtvoer te verhogen. Ook olie kan toegevoegd worden om de hoeveelheid energie in het rantsoen te verhogen.

Problemen voorkomen
Volgens onderzoek kunnen gezonde paarden tot wel 30% van de totale energie in het rantsoen aan suiker en zetmeel verdragen. Om het risico op de gezondheidsproblemen die veroorzaakt worden door suikers en zetmeel zo laag mogelijk te houden, is het verstandig om deze energie wel met mate te voeren en goed te kijken naar het paard. Voer krachtvoer het liefst verdeelt over de dag en niet meer dan 2 kg per voerbeurt. Voer bewerkte granen om de verteerbaarheid te verhogen en laat een paard langzaam wennen aan veranderingen in het rantsoen.

Samengevat zijn suikers en zetmeel dus onmisbaar in het rantsoen van alle paarden, in het speciaal van sportpaarden. Voor sommige paarden moet de inname zo veel mogelijk beperkt worden, maar ook deze paarden hebben suikers en zetmeel nodig voor het functioneren van de hersens, organen en spieren. Zonder suiker en zetmeel kan geen enkel paard overleven, maar het is belangrijk de hoeveelheid aan te passen aan het paard.

Lees meer:
Geen suiker en zetmeel voeren bij hoefbevangenheid of insulineresistentie
Laag suiker/zetmeel dieet

 

Naar het fabels en feiten archief | Naar de home pagina